maandag 27 maart 2023

Tekstverbanden en signaalwoorden

In teksten hebben zinnen en alinea's met elkaar te maken. Hoe ze met elkaar te maken hebben, noem je een tekstverband. De woorden die je helpen dit tekstverband te herkennen, noem je signaalwoorden.

In een normale tekst is de opbouw logisch. Als er een vraag wordt gesteld, komt er meestal een antwoord. Als er een probleem wordt genoemd, komt er ook vaak een oplossing. Deze samenhang in een tekst noem je het tekstverband. Je herkent deze verbanden aan bepaalde woorden die vaak terugkomen. Deze woorden noem je signaalwoorden.

Een voorbeeld. Als ik zeg: 'Ik hou van slechte dingen eten, zoals pizza en patat.', dan zeg ik twee dingen.
1. Ik hou van slechte dingen eten. 
2. Die dingen zijn pizza en patat. 
Hier is 2 een voorbeeld bij 1. Het woord waaraan je dat voorbeeld herkent, is zoals. Het tekstverband is dus voorbeeld, met zoals als signaalwoord.

In het boek worden (op bladzijde 94, theorienummer 29) acht tekstverbanden opgenoemd. Het is verstandig deze goed te leren. Op deze website geven ze er uitleg en voorbeelden bij. Wel geven ze er hier twaalf, vier meer dan in je boek. Wil je oefenen? Dat kan hier.

In het filmpje hieronder worden alle tekstverbanden nog eens genoemd. Let op: in het filmpje hebben ze het ook over een 'samenvattend verband', deze komt niet voor in je boek.