In het examen Nederlands (maar ook bij de andere vakken!) komen vaak dezelfde woorden voor. Veel van deze woorden ken je, sommige niet. Door ze goed te leren, is het veel makkelijker te begrijpen wat je bij elke vraag moet doen. Je vindt de examenwoorden in het bestand dat ik je via Som heb gemaild. Hieronder kun je ze ook teruglezen.
De examenwoorden in drie afbeeldingen (klik ze aan om ze beter te kunnen lezen):